Logo

Online Rondleiding door Ad van Liempt bij tentoonstelling

Online Rondleiding door Ad van Liempt bij tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s vanaf vandaag online

Journalist en historicus Ad van Liempt geeft in onderstaande video een toelichting op de tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s. In het eerste deel staat hij stil bij 12 foto’s en vertelt het verhaal achter ieder beeld. In het tweede deel gaat hij dieper in op foto's uit de laatste jaren van de oorlog en de bevrijding. 

Deel 1

 

 Deel 2

Tentoonstelling bezoeken
De tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s is nog tot en met 27 juni gratis op afspraak te bezoeken bij het RHCVV in Breukelen. Bij uw bezoek ontvangt u een gratis boekje met alle foto’s en verhalen. Een ticket en tijdstip reserveren kan hier.

Wilt u meer lezen over de Tweede Wereldoorlog in de provincie Utrecht? Neem dan een kijkje op de website van Utrecht Altijd. Zij hebben Tweede Wereldoorlog-verhalen uit de regio verzameld: van een oorlogsmonument in Eemnes tot de mobilisatie van de Grebbelinie door kinderogen.

Online rondleiding door Ad van Liempt

Online rondleiding door Ad van Liempt bij tentoonstelling Oorlog in de provincie - de Utrechtse 50 foto’s beschikbaar vanaf donderdag 18 juni 2020

Bekijk hier deel 1 en hier deel 2 van de rondleiding!

Journalist en historicus Ad van Liempt geeft bij het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) online een toelichting op de tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s. Deze ‘online rondleiding’ zal in twee delen online komen op de website en social media kanalen van het RHCVV op donderdag 18 juni en donderdag 25 juni. Ad van Liempt is tevens auteur en programmamaker en maakte deel uit van de werkgroep van de provincie Utrecht die de foto’s voor de tentoonstelling heeft gekozen. In de tweedelige rondleiding zal hij bij zo’n 25 foto’s de verhalen achter de foto’s te vertellen. De tentoonstelling is tot en met 27 juni gratis op afspraak te bezoeken. Lees hier meer informatie over de tentoonstelling.

In de tentoonstelling komen specifieke aspecten uit de tweede wereldoorlog aan bod uit de provincie Utrecht, tezamen vormen zij de visuele oorlogsgeschiedenis van de provincie; zoals de mobilisatie en de rol van de Grebbelinie, Kamp Amersfoort, de betekenis van de Maliebaan in Utrecht, en de aftocht van het Duitse leger in Woudenberg. Ook het dagelijks leven ging, tegen het decor van de oorlog, door: spelende kinderen, bruiloften, fanfare en humor.
De foto-tentoonstelling in Breukelen hoort bij het landelijke project De Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s, een nationaal project in het kader van de lustrumviering 75 Jaar Vrijheid. In elke provincie is in beeldbanken, bij historische kringen, musea, archieven en bij het publiek gezocht naar de 50 meest aansprekende foto’s uit de Tweede Wereldoorlog. Foto’s zijn een krachtig middel om herinneringen te bewaren en de geschiedenis te laten zien. Met de verhalen die zij vertellen doordringen zij ons van de betekenis van 75 jaar Vrijheid.

Stel uw vraag aan Ad van Liempt!
Ad van Liempt zal tijdens zijn rondleiding ook vragen beantwoorden. Heeft u de tentoonstelling bezocht en heeft u een vraag over een bepaalde foto? Hier ziet u de selectie van foto's die Ad van Liempt zal bespreken. Stuur uw vraag naar info@rhcvechtenvenen.nl en wellicht beantwoordt hij deze tijdens de rondleiding. 

Tentoonstelling op afspraak gratis te bezoeken
De tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s is van 2 juni tot en met 27 juni gratis op afspraak te bezoeken bij het RHCVV in Breukelen. Bij uw bezoek ontvangt u een gratis boekje met alle foto’s en verhalen.  Een ticket en tijdstip reserveren kan hier. 

Oorlog in de Provincie - de Utrechtse 50 fotos

We zijn weer open vanaf 2 juni

Vanaf 2 juni bent u weer welkom voor onderzoek op onze studiezaal in Breukelen en een bezoek aan de tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s. 

Wij houden ons uiteraard aan de richtlijnen van de overheid en het RIVM. Zo mag een beperkt aantal bezoekers tegelijk binnen zijn en is de ruimte zo ingericht dat de 1,5 meter afstand kan worden gegarandeerd.

Bezoek aan de studiezaal
De studiezaal in Breukelen kan op dinsdag, woensdag en donderdag op afspraak worden bezocht van 09:00 tot 12:00 uur en van 13:00 tot 16:00 uur. Door met gereserveerde tijdsblokken te werken kunnen we de veiligheids- en hygiënemaatregelen van het RIVM garanderen. Tussen de tijdsblokken worden alle ruimtes en tafels schoongemaakt en archiefstukken klaargelegd. Lees hier hoe een bezoek in zijn werk gaat en hier hoe u een afspraak kunt maken.

Voor de studiezaal in Weesp volgen we de openingstijden van het stadskantoor, waarin de studiezaal zich bevindt. Dat betekent dat bezoekers voor deze studiezaal nog even moeten wachten omdat het stadskantoor nog gesloten is. Natuurlijk zorgen we voor urgente verzoeken voor maatwerk en worden vragen die digitaal of door scanning on demand kunnen worden beantwoord op die manier behandeld. Neem voor een urgente onderzoeksvraag contact op met ons via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefonisch op (0346) 25 94 25, dan kijken we wat er mogelijk is.Zodra het stadskantoor bredere openingstijden gaat hanteren zal ook de dienstverlening op de studiezaal uitgebreid worden.

Online onderzoek blijft uiteraard mogelijk, waarbij we via chat, e-mail en telefoon ondersteuning blijven verlenen. We zullen alle vragen zoveel mogelijk digitaal beantwoorden en via scanning on demand. Op die manier blijven de plekken op de studiezaal beschikbaar voor bezoekers die echt een stuk moeten inzien

Bezoek aan tentoonstelling Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s

Tot 27 juni a.s. kan men van dinsdag tot en met zaterdag, op afspraak, de tentoonstelling 'Oorlog in de provincie – de Utrechtse 50 foto’s' bezoeken. Er wordt gewerkt met tijdsblokken van 45 minuten gewerkt, zodat iedereen voldoende ruimte heeft om prettig en veilig door de ruimte te bewegen. De indrukwekkende tentoonstelling maakt onderdeel uit van het landelijke project '75 Jaar Vrijheid de Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s'. Lees hier meer over de tentoonstelling en nieuwe ontdekkingen. En hier hoe u een afspraak kunt maken.

Op de foto: Coördinator Vrijwilligers en Dienstverlening Annick Kothuis ziet er naar uit bezoekers weer welkom te mogen heten.

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 9

Archief als getuige van de Tweede Wereldoorlog

De afgelopen vier weken brachten we in onze online-tentoonstelling de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog in beeld. Aan de hand van verschillende bronnen uit onze collectie, zoals brieven, verhalen van ooggetuigen en politierapporten, vertelden we de lokale verhalen. De oorlog is immers al 75 jaar geleden en steeds minder mensen kunnen uit eigen ervaring over de oorlog vertellen. Als zij er niet meer zijn kunnen krantenartikelen, foto’s en filmfragmenten de verhalen uit de oorlogsjaren als blijvende herinnering dienstdoen. Iedere afzonderlijke bron vertelt iets over de gevolgen van de bezetting en over wat mensen meemaakten. Samen vormen zij het verhaal van de Tweede Wereldoorlog.

De meeste aan de oorlog gerelateerde archiefstukken bevinden zich in de archieven van overheidsinstellingen die het RHCVV beheert. Een voorbeeld hiervan zijn de overzichten van verzetsmensen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn overleden. Op het moment dat je de relatie legt tussen de datum waarop wij Bevrijdingsdag vieren en de datum waarop verschillende van deze verzetsstrijders om het leven zijn gekomen, krijgt deze lijst een andere historische lading. Zowel Bevrijdingsdag als sterfdatum van deze mannen was op 5 mei 1945. Met de wetenschap dat er op die datum op meerdere plaatsen in het land vuurgevechten tussen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en Duitse soldaten plaatsvonden, onder meer in Maarssen en Vinkeveen, krijgt de bron betekenis.

Wanneer het over de Tweede Wereldoorlog gaat, wordt er vaak in termen van goed en fout gesproken. Hoe verder we van de oorlogsperiode af komen te staan, hoe duidelijker het wordt dat er ook een groot grijs gebied is en keuzes niet altijd makkelijk waren. Je weet niet van jezelf wat jij allemaal zou hebben gedaan om bijvoorbeeld je gezin of je naasten te beschermen. Sommigen hebben bewust een keuze voor de fascistische ideologie van de nazi’s gemaakt, voor andere mensen was het niet echt een keuze. Zo vinden we in onze archieven correspondentie over SS-vrijwilligers die naar het Oostfront zijn getrokken om voor de nazi’s te vechten en van anonieme verraders die onderduikers hebben aangegeven bij de autoriteiten. We hebben echter ook berichten over gedwongen tewerkstelling voor de bezetter, onder bedreiging van brandstichting in woningen en gevangenschap van familie en dorpsgenoten, deze zijn veel talrijker. In zulke gevallen had je geen echte vrije keus .
Het wreedste hoofdstuk uit de Duitse bezettingstijd is de vervolging van diverse groepen geweest. Voordat Joodse inwoners door de Duitsers gedeporteerd konden worden, moesten de autoriteiten weten waar deze mensen woonden om ze vervolgens op te kunnen sporen. Burgemeesters kregen per brief de opdracht om adressenlijsten te maken van Joodse mensen uit hun gemeente (zie afbeelding 1). Dit soort lijsten bevinden zich in onze archieven. Het is interessant om te zien dat de ene gemeente per kerende post de gevraagde lijst toestuurde, terwijl de andere gemeente hier meer de tijd voor nam. Wellicht was dit een bewuste keuze en werd zo de grens opzocht om de vervolging te vertragen, of was het gewoon druk? We weten het helaas niet.

Digitale tentoonstelling dag 9 - Archief als getuige van WOII
Afbeelding 1. Oproep tot opgave van waar Joodse mensen wonen. RHCVV, Gemeentearchief Loenersloot 1818-1964, inv. nr. 310. 

Archiefstukken op zichzelf vertellen natuurlijk niet het hele verhaal. Het is de combinatie van documenten die ervoor zorgt dat een archiefstuk in zijn context begrepen kan worden. De verhalen van ooggetuigen vertellen ons hoe een bepaalde gebeurtenis werd ervaren, dat kan voor ieder van hen persoonlijk een ander verhaal opleveren. Archiefstukken vormen ook geen objectieve weergave van de werkelijkheid, het maakt verschil wie ze heeft gemaakt, een Duitse soldaat of een verzetsman bijvoorbeeld, en welke kennis iemand had. Bronnenkritiek zoals een historicus toepast bij zijn onderzoek, is bij het onderzoek in archieven altijd een vereiste. Archieven kunnen op die manier helpen de complexe werkelijkheid beter te begrijpen en soms een puzzel compleet maken. Archiefdiensten zoals de onze brengen die verhalen en archiefstukken samen zodat geschiedenis tastbaar wordt.

Nog altijd ligt in onze archieven gevoelig materiaal over de oorlogsperiode. Dit kan informatie zijn over bijvoorbeeld de naoorlogse zuiveringen. Zoals hiervoor uitgelegd vertelt een archiefstuk alleen niet het hele verhaal. Het kan zijn dat er in een document gezegd wordt dat iemand fout was in de oorlog, maar deze persoon in een ander document vrijgepleit wordt. Iedereen heeft recht op privacy, ook als je niet aan de ‘goede’ kant van de geschiedenis hebt gestaan. Kinderen of nabestaanden kunnen hier namelijk veel last van krijgen, wat natuurlijk niet de bedoeling is. Bij het ter inzage geven van potentieel gevoelige archiefstukken aan onderzoekers dienen archiefdiensten daarom altijd de afweging te maken tussen het belang van waarheidsvinding en journalistiek, en het belang van betrokkenen zoals nabestaanden van bijvoorbeeld NSB-leden. Deze belangenafweging is geborgd in de Archiefwet. Ook privacywetgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is van toepassing op archiefstukken wanneer het levende personen betreft.

In Nederland bestaat voor overheidsinstellingen de wettelijke verplichting goed voor hun archieven te zorgen. Dat is de belangrijkste reden dat we vandaag de dag nog over veel bronnen uit de oorlogsperiode beschikken. Daarnaast waren ook mensen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog zich ervan bewust dat bepaalde zaken belangrijk waren om te behouden. Zij haalden affiches van bomen, bewaarden administratieve stukken en maakten daar (stiekem) foto’s van. Gelukkig worden er steeds meer verhalen, foto’s, dagboeken, films, kranten en meer aan het RHCVV als regionale archiefdienst toevertrouwd. Wij bewaren ze onder goede klimatologische condities, en waar nodig met openbaarheidsbeperking, om ze beschikbaar te stellen aan onderzoekers en geïnteresseerden. Mocht u nog documenten uit de oorlogsperiode thuis hebben en wilt u er zeker van zijn dat deze ook voor de toekomst behouden blijven? Denkt u dan aan de mogelijkheid deze bij het RHC Vecht en Venen onder te brengen. Het is immers met deze stille getuigen van de oorlog dat wij de herinnering aan deze periode levend kunnen houden, ook voor toekomstige generaties.

Wij als RHC Vecht en Venen vinden het van groot belang dat die herinnering levend wordt gehouden en hadden we voor dit jaar veel activiteiten in de planning staan. Enkele dagen voordat de coronamaatregelen in maart van kracht werden, openden wij bijvoorbeeld de tentoonstelling ‘Oorlog in de provincie. De Utrechtse 50 foto’s’. Vijftig foto’s, genomen tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Utrechtse provincie. De versoepelingen die het kabinet doorvoert voor culturele instellingen, biedt de mogelijkheid om op korte termijn de tentoonstelling stapje voor stapje weer open te stellen voor publiek. De tentoonstelling is dan alleen op afspraak te bezichtigen en we kunnen een beperkt aantal mensen tegelijk ontvangen. Op dit moment worden aanpassingen gedaan aan de inrichting om de anderhalve meter afstand voor onze bezoekers en medewerkers te kunnen garanderen. Houd de website van het RHC Vecht en Venen in de gaten of meld u aan voor onze nieuwsbrief via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Voor de actuele informatie.

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 8

75 jaar van herdenken en vieren

In 2020 zou ‘75 jaar vrijheid’ groots worden gevierd. Op 5 mei stonden overal in het land bevrijdingsfestivals gepland, waar diverse artiesten op zouden treden. Het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen had onder andere lezingen en tentoonstellingen op de agenda staan. In onze tentoonstelling over 75 jaar vrijheid zouden zowel verhalen uit het archief en van inwoners verteld worden die de oorlog hebben meegemaakt, als de vlogs en gedichten van basisschoolleerlingen over vrijheid te zien en te lezen zouden zijn.

De wijze waarop wij de laatste jaren herdenken en vieren, is niet de manier waarop Nederland dat altijd heeft gedaan. In de eerste jaren na de oorlog lag de nadruk bij de herdenking op 4 mei vooral op de lokale gebeurtenissen. Sinds 1988 heeft het herdenken en vieren van 4 en 5 mei meer een nationaal karakter gekregen.1 Uit de archiefstukken van de verschillende Oranjeverenigingen uit de huidige gemeente De Ronde Venen vallen deze ontwikkelingen op te maken.

In Abcoude werd in 1947 de herdenking van de Tweede Wereldoorlog op zaterdag 3 mei gehouden. 4 mei viel op een zondag en veel mensen wilden uit religieuze overtuiging niet dat zo’n gelegenheid op een zondag plaatsvond. In 1947 werd bij de herdenking speciale aandacht geschonken aan verzetsstrijder Cornelis van der Lee uit Baambrugge, die op 30 april 1945 door de Duitsers werd opgepakt en doodgeschoten tijdens een sabotageactie. De herdenking in 1947 begon zaterdagavond om 19.30 uur met een stille tocht richting het graf van deze verzetsstrijder, waar een krans werd neergelegd. In het programma van de Oranjevereniging van Baambrugge stond dat de tocht ‘zal te VOET geschieden, ZONDER vlag of vaandel en in VOLKOMEN STILZWIJGEN’. Op 5 mei werd Bevrijdingsdag uitbundig gevierd. De festiviteiten bestonden uit ringsteken voor kinderen en volwassenen en ’s avonds kon men gekostumeerd voetballen.2

In 1960 werd landelijk herdacht dat het land vijftien jaar geleden was bevrijd van de Duitse bezetter. In Abcoude werd wederom op 4 mei een stille tocht gehouden. Net als dertien jaar daarvoor vond deze tocht in volkomen stilzwijgen plaats. Deze keer was er echter geen bijzondere aandacht voor de lokale verzetsstrijder.3

Dat ook in Wilnis Bevrijdingsdag in 1960 op 5 mei groots werd gevierd, weten we dankzij de opstellen van de kinderen van de christelijke basisschool uit Wilnis. De leerlingen uit de derde tot en met de zesde klas hadden namelijk de opdracht gekregen om een opstel te schrijven over Bevrijdingsdag, waar ze een prijs voor konden winnen, per klas konden drie leerlingen winnen. Ina uit klas zes beschreef hoe de dag voor haar begon met twee optochten, gevolgd door een kussengevecht, ringrijden en paling vangen. De dag werd afgesloten met ‘hard lopen op muilen en nog stoeledans’. Waar de leerlingen uit de klassen 3, 4 en 6 schreven over Bevrijdingsdag 1960, hadden de kinderen uit klas 5 waarschijnlijk de opdracht gekregen om echt een verhaal over de oorlog te schrijven. Leendert schreef over de Hongerwinter. Hij gaf duidelijk aan dat dit een verschrikkelijke tijd was, want ‘de mensen aten ratten en muizen. En de kerken lagen vol met lijken’. De eerste prijs voor een leerling uit de vijfde klas ging echter naar Bram met zijn opstel ‘Adolf Hitler komt aan de macht’. Hij vertelde in twee kantjes hoe de vijf bezettingsjaren er in Nederland uit hadden gezien; van de slag om de Grebbeberg in 1940 tot de Jodenvervolging. Daarnaast beschreef hij ook de moord op twee Duitse officieren in Putten; ‘De Duitsers hebben hierop wraak genomen. Alle mannen jonge jongens grijsaards werden in een wagon naar concentratiekampen vervoerd.’ Dat hij de eerste prijs won, komt wellicht ook doordat hij zijn opstel voorzag van tekeningen (zie afbeelding 1). De gemeente verzorgde de prijsjes voor de leerlingen.4

Digitale tentoonstelling dag 8 - 75 jaar van herdenken en vieren
Afbeelding 1. De tekeningen bij het opstel van Bram.  RHCVV, Gemeente archief Wilnis 1940 – 1988, inventarisnummer 50.11.

Landelijk nam de interesse voor 4 en 5 mei geleidelijk aan af, mede doordat de regering in 1960 had besloten om eens in de vijf jaar Bevrijdingsdag te vieren. In Mijdrecht werd bijvoorbeeld in 1971 besloten om ook de stille tocht om de vijf jaar te organiseren.5 Sinds de oprichting van het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 1987 wordt er landelijk ieder jaar op 4 mei een nationale Dodenherdenking gehouden. Sinds 1995 is Bevrijdingsdag meer in het teken komen te staan van het vieren van onze vrijheid, in plaats van het vieren van de bevrijding zelf. Deze verandering is goed terug te zien in de hiervoor genoemde opdrachten voor basisschoolleerlingen. In 1960 werd de kinderen gevraagd om iets te schrijven over de bevrijding, terwijl de gedichten en vlogs die de leerlingen in 2020 schreven en maakten, in het teken stonden van het thema vrijheid.

Al in 1960 waren de docenten zich ervan bewust dat het van belang was om aan nieuwe generaties door te geven dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Archieven helpen ons om herinneringen en gebeurtenissen levend te houden, en nieuwe generaties om te blijven herdenken en vieren.

 

1. ‘Geschiedenis nationale viering van de bevrijding’: https://www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/veelgestelde-vragen/achtergrondinformatie-vieren/geschiedenis (13-05-2020).
2. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Gemeente archief Abcoude 1941 – 1990, inventarisnummer 965, 26 april 1947.
3. RHCVV, Gemeente archief Abcoude 1941 – 1990, inventarisnummer 965, 5 april 1960.
4. RHCVV, Gemeente archief Wilnis 1940 – 1988, inventarisnummer 50.11.
5. RHCVV, Gemeente archief Mijdrecht 1961 – 1988, inventarisnummer C 29.6.