Logo

Dwangarbeid

Bij het woord ‘onderduikers’ denken wij vaak aan Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog uit handen van de Duitsers probeerden te blijven. Er waren meer redenen om onder te duiken. Jonge mannen doken bijvoorbeeld onder om aan de gedwongen tewerkstelling in Duitsland te ontsnappen. Nathan (projectmedewerker Erfgoed) vertelt je in deze video meer over dwangarbeid in de Tweede Wereldoorlog.

 
 
« Terug naar het overzicht    « Een boekhandel    Klokkenroof »

Klokkenroof

In het archief van de Rooms-Katholieke Parochie uit Mijdrecht-Wilnis kwamen we een bijzonder document tegen. In deze brief, van 13 maart 1943, gericht aan de pastoor staat: ‘heeft u zich tot ons gewend met het verzoek door ons op een lyst geplaatst te worden voor het leveren van nieuwe klokken na den oorlog’. Kort nadat de klokken uit de kerktoren waren gehaald, verzocht deze pastoor al om nieuwe klokken. Uit de brief wordt duidelijk dat uit veel kerken de klokken zijn weggehaald, want de klokkengieterij heeft al meer verzoeken gehad van andere kerken. ‘Mochten wy zeer vele opdrachten ontvangen en komen er nog dagelyks tientallen orders binnen’.

Uit de brief wordt ook duidelijk dat de klokkengieterij zelf aan alle kerken een brief heeft gestuurd met de vraag of zij wellicht op de lijst geplaatst wilden worden voor het leveren van nieuwe klokken na de oorlog.1

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, 1100 Rooms-Katholieke Parochie van de
H. Joannes de Dooper Mijdrecht-Wilnis, 1678-1968 (1985),
inventarisnummer 522.

 

Bronnen:
1. RHCVV, 1100 Rooms-Katholieke Parochie van de H. Joannes de Dooper Mijdrecht-Wilnis, 1678-1968 (1985), inventarisnummer 522.
 
« Terug naar het overzicht    « Dwangarbeid    Dolle dinsdag »

Dolle dinsdag

Met de landing van de geallieerden op de stranden van Normandië op 6 juni 1944, was de bevrijding van West-Europa in gang gezet. De soldaten hadden de kuststroken al snel bezet, maar het veroveren van het Franse binnenland ging een stuk lastiger. Toen Normandië eenmaal was bevrijd, ging de bevrijding redelijk snel. Op 25 augustus werd Parijs bevrijd en de geallieerden kwamen weinig tegenstand tegen, waardoor er snel richting Duitsland en Nederland werd getrokken.

Deze berichten bereikten ook Nederland, via de illegale kranten en de radio-uitzendingen van radio Oranje waar sommige Nederlanders stiekem naar luisterden. Op maandagavond 4 september hield minister-president Gerbrandy een toespraak. In de eerste versie van de toespraak stond dat de geallieerde troepen de Nederlandse grens naderden, maar Gerbrandy wijzigde dit en zei ‘de geallieerde troepen hebben de grens overschreden’. De illegale kranten schreven hier direct over, waardoor de berichten al snel de ronde deden. De geruchten bleven maar stromen en de mensen verkeerden dinsdag 5 september in uitgelaten stemming. Op sommige plekken werd de Nederlandse vlag uitgehangen en NSB’ers en Duitse soldaten sloegen op de vlucht. Deze dag staat bekend als ‘Dolle Dinsdag’.

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2
Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen,
(1905) 1939-1957 (1967), inventarisnummer 40,
brief over uitbetalen bezoldiging van
15 november 1945.


Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente
Maarssen, inventarisnummer 40, 
brief van de commissaris van
de provincie Utrecht van
14 september 1944.


 

Op 5 september 1944 werden de Nederlandse verzetsgroepen samengevoegd tot de Binnenlandse Strijdkrachten. De Binnenlandse Strijdkrachten wilden de geallieerden helpen om de bevrijding zo gemakkelijk mogelijk te maken. Dit wilden ze onder andere doen door waar het mogelijk was sabotage te plegen, zonder dat de geallieerden hier last van zouden ondervinden. Aan deze oproep werd ook in verschillende dorpen van de huidige gemeente Stichtse Vecht gehoor gegeven, maar de bezetter trad hier hard tegen op.

In Tienhoven deelde de waarnemend burgemeester namens de Duitse weermacht op 5 september mee dat ‘in geval in deze gemeente sabotage wordt gepleegd aan bruggen, wegen enz. de volgende maatregelen zullen worden genomen: [..] 10 inwoners dezer gemeente zullen worden doodgeschoten’. Daarnaast zouden de Duitsers ‘De huizen in de onmiddelijke nabijheid’ in de lucht blazen.1

 

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2

Afbeelding:RHCVV, 1043 Gerecht en gemeente
Tienhoven, (1623) 1650-1957 (1975),
inventarisnummer 1132,
bekendmaking 5 september 1944.

Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen,
inventarisnummer 40, brief van de commissaris
van de provincie Utrecht van
11 november 1944.


 

De burgemeester van de gemeenten Maarssen en Maarsseveen, J. van Haselen, had samen met onder meer gemeentesecretaris H.J. Stevenhagen op 5 of 6 september sabotage gepleegd. De Duitsers waren er al snel achter gekomen dat Van Haselen hier mee te maken had, want zij hadden een poging gedaan om hem te arresteren. Vandaar dat hij vanaf 6 september moest onderduiken, Stevenhagen dook een dag later onder.2

Het gemeentelijk archief van Maarssen bevat een brief van 14 september 1944, die gericht was aan ‘Heeren Burgemeesters der gemeenten in de provincie Utrecht’. In de brief werd de burgemeester verzocht om een lijst op te stellen van ambtenaren die van hun post zijn weggebleven.3 Op 11 november schreef de nieuwe burgemeester van Maarssen en Maarsseveen, de NSB’er Jacob, dat burgemeester Johannes van Haselen en secretaris Hendrik Jacob Stevenhagen respectievelijk sinds 6 en 7 september ‘abwesend sind’.4 Op 31 januari 1945 werd Van Haselen officieel ontslagen, na de bevrijding pakte hij vanaf 7 mei 1945 weer zijn taken als burgemeester van Maarssen en Maarsseveen op.5

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, inventarisnummer 40,
brief van de commissaris van de provincie Utrecht van 23 mei 1945

Bronnen:
1. RHCVV, 1043 Gerecht en gemeente Tienhoven, (1623) 1650-1957 (1975), inventarisnummer 1132, bekendmaking 5 september 1944.
2. RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, (1905) 1939-1957 (1967), inventarisnummer 40, brief over uitbetalen bezoldiging van 15 november 1945.
3. RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, inventarisnummer 40, brief van de commissaris van de provincie Utrecht van 14 september 1944.
4. Ibidem, brief van 11 november 1944.
5. Ibidem, brief van 23 mei 1945.
 
« Terug naar het overzicht    « Klokkenroof    Koude huizen »

 

Koude huizen

Tijdens de hongerwinter ’44-’45 had de Nederlandse bevolking niet alleen last van voedseltekort, ook van extreme kou. Er was namelijk een brandstoftekort. Welke invloed het brandstoftekort had en de ingenieuze oplossingen die hiervoor werden gevonden vertelt Marloes (medewerkster Dienstverlening) in deze video.

 

 
« Terug naar het overzicht    « Dolle dinsdag    Hongerwinter »

 

Hongerwinter

‘De eerste 3 maanden hadden we totaal geen aanvoer’. Uit het jaarverslag van 1945 van de fruitveiling van Vinkeveen blijkt dat de veiling de eerste drie maanden van 1945 helemaal geen voedsel kreeg aangevoerd.1 In het westen van Nederland was er in het laatste oorlogsjaar een enorm voedseltekort, waardoor deze winter ook wel de Hongerwinter wordt genoemd.

De belangrijkste oorzaken hiervoor waren dat de Nederlandse regering in Londen in september 1944 een algemene spoorwegstaking had afgekondigd, om op deze manier de Duitsers tegen te werken. Het vervoeren van bijvoorbeeld wapens werd hier namelijk door bemoeilijkt. De reactie van de Duitse bezetter was dat de aanvoer van voedsel naar het westen zes weken lang werd stilgelegd, wat een groot gebrek aan voedsel veroorzaakte. Ook in de kernen van de huidige gemeente De Ronde Venen werd het tekort in de loop van de winter steeds nijpender.

In het jaarverslag van de fruitveiling blijkt dat ze wel hadden verwacht dat er in de eerste maanden van 1945 nauwelijks aanvoer van groente en fruit zou zijn. Dat jaar was er namelijk geen witlof teelt en gewoonlijk bestond in de winter een groot deel van de totale voedselaanvoer uit witlof. In Vinkeveen was de landbouwgrond in het dorp zeer geschikt om witlof te laten groeien en dus werd dit veel geteeld. Ook andere groenten werden niet aangevoerd, omdat ‘er zoo’n groot gebrek aan alles bestond dat ieder ook al op zelfbehoud was aangewezen’.2

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, 1110 Coöperatieve Groente- en Fruitveiling Vinkeveen,
1917-1980, inventarisnummer 19, jaarverslag 1945.

 

Vanwege het voedseltekort werden initiatieven opgezet om kinderen vanuit het westen naar het noorden van Nederland te sturen. De kinderen werden opgevangen in gezinnen op het platteland, waar ze konden aansterken. In ons archief hebben wij briefjes gevonden waarop te lezen is dat enkele ouders uit Mijdrecht hun kinderen opgaven om in januari en februari 1945 naar Friesland te worden uitgezonden.3

Niet alle kinderen kwamen hiervoor in aanmerking. Kinderen moesten ‘geneeskundig zijn goedgekeurd’ en mochten ook niet ‘lijden aan eenige ziekte’. Één van de ouders die zijn kind op wil geven voor de uitzending naar Friesland, schrijft dat zijn zoon ‘niet ziekelijk’ is, maar omdat ‘er hier al 3 zieken zijn, zouden wij hem wat op wilden laten sterken’. Ouders waren verplicht om onder andere aan te geven welke godsdienst zij hadden, zodat hun kind in een gezin geplaatst zou worden dat dezelfde godsdienst beleed.4

Het noorden van Nederland werd al in april bevrijd, maar de kinderen mochten alleen terug naar huis als de voedselsituatie in de eigen woonplaats weer normaal was. Om deze reden werden de kinderen pas vanaf juni terug naar hun ouders werden gebracht.5

 

Verbod tot vlaggen 1 Verbod tot vlaggen 2
Afbeelding: RHCVV, 1037 Gemeente
Mijdrecht 1941-1960,
inventarisnummer 438.

Afbeelding: RHCVV, 1037 Gemeente
Mijdrecht 1941-1960,
inventarisnummer 438.

 

Bronnen:
1. RHCVV, 1110 Coöperatieve Groente- en Fruitveiling Vinkeveen, 1917-1980, inventarisnummer 19, jaarverslag 1945.
2. RHCVV, 1110 Coöperatieve Groente- en Fruitveiling, inventarisnummer 19, jaarverslag 1945.
3. RHCVV, 1037 Gemeente Mijdrecht 1941-1960, inventarisnummer 438.
4. RHCVV, 1037 Gemeente Mijdrecht, inventarisnummer 438.
5. Ibidem.
 
« Terug naar het overzicht    « Koude huizen    Noodcomité »

 

Wellicht ook interessant