Logo

Weesp en de Nederlandse Opstand, deel 1

Slag bij Diemen om het bezit van de Diemerdijk

Slag bij Diemen om het bezit van de Diemerdijk

 

Voor Weesp begon de Nederlandse Opstand vrij laat, pas in 1577 sloot men zich aan bij de Republiek. Deze late overgang, iets later dan Muiden, wordt nogal eens geweten aan de invloed van Amsterdam op de kleine buurplaatsjes. In het geval van Weesp is echter waarschijnlijker, temeer alsnog ruim een jaar vóór Amsterdam de zijde van de opstand werd gekozen, dat de talrijke rooms-katholieken in de stad en in het stadsbestuur en de afwezigheid van protestantse scherpslijpers een vroege afkeer van het Habsburgse gezag in de weg stonden. Tijdens het beleg van Haarlem in 1573 werd in Weesp een Habsburgs garnizoen gelegerd, na de mislukte poging van de geuzen om de Diemerdijk te bezetten om zo de aanvoerlijnen van het Spaanse leger af te snijden. Nadat Amsterdam de controle over het Diemermeer en de vaart vandaar naar de Vecht had verkregen, bleek dit een vruchteloze zaak voor de opstandelingen. Door de komst van het garnizoen in Weesp stegen de prijzen van levensmiddelen naar ongekende hoogte.

In januari 1577 vertrokken twee vroedschapsleden van Weesp naar de prins van Oranje die op dat moment in Middelburg verbleef. Weesp zou zich aansluiten bij de opstand, mits de strafmaatregelen die door de prins en de zijnen tegen haar genomen waren opgeheven zouden worden. Het lijkt erop dat Weesp net als Muiden tot ‘vijand des lands’ was verklaard, waardoor het leven in de stad net als enkele jaren eerder erg duur was geworden. Door de opstandelingen gevangenen genomen ingezetenen van Weesp zouden moeten worden vrijgelaten en in de stad zou gewetensvrijheid ingevoerd worden. Men mocht dus zelf weten welke religie aangehangen werd, mits dit achter de voordeur bleef en niet in het openbaar zichtbaar was. In het openbare leven werd immers het protestantisme de heersende godsdienst. In Weesp en Weesperkarspel zouden geen troepen gestationeerd worden, tenzij in uiterste nood. In dat geval zouden deze niet ten laste komen van de stad maar van de Staten van Holland en Zeeland. De overgang naar het protestantse kamp leidde in Weesp niet direct tot een grootschalige bijltjesdag. Zoals ook later in de geschiedenis zou blijken waren er in Weesp nu eenmaal weinig niet-katholieke capabele bestuurders te vinden. De zuivering bleef dan ook beperkt tot de baljuw van Gooiland, Paulus van Loo, en de stadssecretaris Jan Thijmans. Zij verdwenen van het pluche.

Later op deze plaats meer over de rol van Weesp in de Nederlandse Opstand