© 2022 Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen | website: webjongens.nl
Middeleeuwse boeken in Weesp
Uitsnede plattegrond Weesp door Jacob van Deventer, ca. 1560 met daarop de Sint-Laurentiuskerk en de kerkjes behorend bij het Oude en Jonge Convent aan weeszijden van de gracht, de Grobbe (nu Nieuwstraat)
Het is bekend dat in de middeleeuwen in Weesp twee vrouwenkloosters hebben gestaan, deze namen een aanzienlijk deel van de stedelijke ruimte in en zoals gebruikelijk in die tijd hadden de conventen ook in en rond Weesp de nodige bezittingen. Het convent van Sint-Jan-de-Evangelist (ook wel het Oude Convent genoemd) bevond zich in het gebied tussen het Grote en Kleine Plein, de Oude Gracht en de Nieuwstraat, en het convent gewijd aan Sint-Maria (het Jonge Convent) lag tussen de Nieuwstraat en de huidige Middenstraat, schuin tegenover het Oude Convent.
Minder bekend is dat deze twee conventen een aanzienlijke bibliotheek bijeenbrachten met daarin zowel handschriften als oude drukken. Een deel van de lectuurverzameling van deze twee conventen en van de Sint-Laurentiuskerk is in de negentiende eeuw, in 1837 om precies te zijn, teruggevonden in twee grote kisten in de consistoriekamer van de inmiddels Hervormde Kerk. De toenmalige predikant van de kerk, dominee Frederik Hendrik Gijsbertus van Iterson was de vinder van de kisten met in totaal 51 handschriften en oude drukken. Hij stelde twee catalogi op van de werken, één voor de oude drukken en één voor de handschriften, en droeg de boekwerken over aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, waar ze sindsdien bekend staan als de Collectie-Weesp.
Uitsnede plattegrond Weesp door Cornelisz Anthonisz, 1551 met daarop de bebouwing van de Sint-Laurentiuskerk, rechts daarvan het St. Bartholomeusgasthuis, rechts daarvan het Jonge Convent en daaronder het complex van het Oude Convent
Hoe de boeken in de Laurentiuskerk terecht kwamen is niet precies bekend, maar wel enigszins te reconstrueren. Toen Weesp ten tijde van de Nederlandse Opstand in 1577 de kant van Willem van Oranje en de opstandelingen koos, kwam aan het bestaan van de kloosters in de stad geleidelijk een einde. Hoewel in Weesp het protestantisme niet zo hartstochtelijk werd beleden als elders, was het wel gedaan met de privileges van de rooms-katholieke instituties. Op last van de Staten van Holland werden de bezittingen van beide kloosters overgedragen aan de publieke zaak, in ruil daarvoor werden de laatste inwoonsters van de kloosters wel onderhouden door het Weesper stadsbestuur. De goederen van het Oude Convent werden overgenomen door het weeshuis, de bezittingen van het Jonge Convent door het stadsbestuur. Niet bekend is wanneer de boeken zijn verplaatst naar de Laurentiuskerk, maar halverwege de zeventiende eeuw duiken ze op tijdens een vergadering van de kerkmeesters. Deze besloten een aantal van de boeken te verkopen, maar door de niet erg vlot verlopende verkoop komt men hier later op terug. Toch zijn er waarschijnlijk wel enkele boeken uit de verzameling verkocht, aangezien buiten Weesp een twaalftal werken zijn aangetroffen die hoogstwaarschijnlijk tot de oorspronkelijke collectie hebben behoord. De niet verkochte boeken werden vervolgens opgeborgen in de kisten waar Van Iterson ze zo’n 200 jaar later weer vond.