© 2022 Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen | website: webjongens.nl
Kasteel Vredelant
Tussen 1252 en 1260 liet de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden in een bocht van de rivier de Vecht een kasteeltoren bouwen om zijn grondgebied tegen de graven van Holland te beschermen en de handel op de stad Utrecht te controleren.[1]
Bij het kasteel verrees een nederzetting die dezelfde naam kreeg, het latere Vreeland. Het kasteel zelf begon zijn woelige bestaan als vierkante woontoren. Deze toren werd tussen 1296 en 1299 in opdracht van bisschop Willem Berthout van Mechelen uitgebouwd tot een vierkant slot. Dit gebeurde met de stenen van het Muiderslot, dat door de bisschop werd afgebroken. Tussen 1344 en 1347 wordt een voorburcht met bijgebouwen aangebouwd. Het kasteel is dan inmiddels overgegaan naar de Hollandse graaf. In de loop der eeuwen zou het slot regelmatig van eigenaar wisselen door geweld en onderhandeling. De strategische ligging aan de Vecht en de bijbehorende tolheffingsmogelijkheden maakten het een gewilde prooi voor de graaf van Holland, de bisschop van Utrecht en plaatselijke potentaten die een eigen machtsbasis probeerden op te bouwen en uit te breiden, zoals het geslacht Van Amstel.
In 1528-1529 wordt het kasteel onder Karel V gesloopt. De grensfunctie tussen Holland en het Sticht die het kasteel eeuwenlang vervulde is dan inmiddels overgenomen door kasteel Abcoude. De stenen van het in onbruik geraakte Vredelant worden hergebruikt voor de bouw van de dwangburcht Vredenburg in de stad Utrecht.
[1] Tekst gebaseerd op J. Jonker-Duynstee & A. Cruysheer, Vreeland. 750 jaar geschiedenis in vogelvlucht (Vreeland 2015) 33-40.