Logo

Stuk van het jaar 2014

In 2014 wordt voor de tweede keer de ’Stuk van het Jaar’ verkiezing georganiseerd. Nederlandse archieven kunnen hun mooiste, interessantste en ontroerendste stukken presenteren met als thema 'Vriend & Vijand'. Via de website Ons DNA kan het publiek zijn stem uitbrengen op zijn favoriete archiefstuk. Net als vorig jaar vindt de verkiezing plaats in oktober, de Maand van de Geschiedenis.

                    rhc-Vecht-en-Venen-DTB-Waverveen-stuk-vh-jaar-960x1169

                   Klik op bovenstaande afbeelding om te stemmen.

Het RHC Vecht en Venen doet dit jaar mee met de verkiezing. We hebben een prachtig archiefstuk geselecteerd met een zeer bijzondere geschiedenis. Uiteraard is het thema Vriend en Vijand ook op ons ‘Stuk’ van toepassing.

Het archiefstuk waar wij voor gekozen hebben is het Kerkboek van de ambachtsheerlijkheden Waverveen  en Waveren, Botshol en Ruige Wilnis (1604-1795). Dit gebied is in 1841 samengegaan met de gemeente Vinkeveen en in 1988 opgenomen in de nieuwe gemeente De Ronde Venen.

Aan de buitenkant oogt het boek wat saai, maar wie het openslaat wordt verrast door de prachtig handgekleurde titelbladen. De kleuren van deze 17e eeuwse afbeeldingen zijn van uitzonderlijke klasse en zeer levendig. Zij zijn gemaakt door dominee Henricus Selijns, die van 1666 tot 1682 predikant van Waverveen c.s. was.

Het kerkboek is verdeeld in verschillende hoofdstukken en bevat een enorme hoeveelheid informatie. De gebruikelijke doop- en trouwgegevens zijn er in terug te vinden, evenals overzichten van de lidmaten. Ook vinden we er afschriften van eigendomsbewijzen, overzichten van predikanten en ouderlingen en een  relaas over de ‘De Ware Gereformeerde Religie’ versus het pausdom en de papen.

Een belangrijk  deel  van het boek zijn de ‘Kerckenhandelingen’. Hierin vinden we een aangrijpend verslag  uit 1672. Selijns beschrijft hoe op 5 november de Fransen huis houden in Waverveen. Het dorp wordt geplunderd en in brand gestoken. Er vallen doden en gewonden, niet alleen onder de dorpelingen, maar ook onder de matrozen op de Amstelsche Galij, het wachtschip dat de Waverveners bescherming moest bieden. Een van de doden is Cornelisz Martens die probeert zijn vrouw Leuntie Chielen en zijn net geboren kind te redden. Nadat hij gewond is geraakt roeit hij met één hand verder, zijn bloedende wond met zijn andere hand bedekkend. Als hij neerstort, pakt de kraamvrouw zelf de riemen, ook al heeft ze niet de tijd gehad om te herstellen van de bevalling. Na ruim een uur bereikt zij uitgeput de Rijke-Waver (nu Amstelveen). Vandaar wordt zij naar Amsterdam gebracht. Haar man is dan al aan zijn verwondingen bezweken. Als zij twaalf dagen later van haar ontberingen is bekomen, draagt zij zelf haar zoon Marten ten dope in de Zuiderkerk.