Logo

Notariële akten 1926-1935 beschikbaar voor onderzoek

De notariële akten uit de jaren 1926-1935 zijn per direct beschikbaar voor onderzoek op onze studiezaal. Het gaat om de archieven van notarissen die gevestigd waren in Abcoude, Breukelen, De Bilt, Loenen aan de Vecht, Maarssen en Mijdrecht. De notariële archieven van Weesp waren eerder al beschikbaar.

Notariële archieven dienen binnen tien jaar nadat deze 75 jaar oud zijn worden overgebracht van de notariële archiefbewaarplaats naar de archiefbewaarplaatsen in het land. De notariële stukken uit het tijdvak 1926-1935 werden in 2010 door de Minister van Justitie formeel aan het Nationaal Archief overgedragen conform de regeling Overbrenging Notariële Archiefbescheiden naar de Rijksarchiefbewaarplaats. Vervolgens zijn ze door de Centrale Archief Selectiedienst te Winschoten bewerkt en in 2020 verdeeld over de verschillende archiefdiensten.

Voor protocollen gelden andere termijnen. Een protocol is eigenlijk het archief van de notaris waarin notariële documenten worden bewaard. Zo bewaart de notaris de originele exemplaren van akten (deze noem je minuten) en documenten die aan akten gehecht zijn. Protocollen die ouder zijn dan 75 jaar worden binnen een tijdvak van tien jaar naar de aangewezen rijksarchiefbewaarplaats overgebracht.
Door de vernieuwing van de Wet op het notarisambt in 1999 zijn testamenten pas na 100 jaar openbaar. Dit heeft te maken met het risico dat testamenten van personen die nog in leven zijn openbaar en raadpleegbaar worden. Als gevolg hiervan worden alle testamenten uit notariële archieven verwijderd ('ontsplitst'). Zodra ze 100 jaar oud zijn worden ze binnen tien jaar naar de rijksarchiefbewaarplaats overgebracht. Testamenten worden opgenomen in het Centraal Testamentenregister, een nationaal een landelijk register waarin wordt bijgehouden door wie, wanneer en bij welke notaris een testament is opgemaakt.

De indeling van de toegangen ins ons systeem is primair alfabetisch op standplaats en vervolgens op notaris die de akten heeft opgemaakt. De akten, met uitzondering van de uiterste willen, zijn per serie beschreven. Per inventarisnummer zijn het jaartal en het eerste en laatste aktenummer genoteerd.

Ook de repretoires zijn beschreven. In repertoires staan per jaar in chronologische volgorde de opgestelde akten met de namen van de hoofdpartijen genoteerd, het werkt als een soort inhoudsopgave. De notarissen zelf maakten geen alfabetische toegangen op naam, als gevolg hiervan zijn de notarisarchieven niet systematisch van indexen op persoonsnaam voorzien. Het aktenummer in het repertoire komt overeen met het aktenummer in de serie minuutakten van dat jaar. De repertoires vormen de ingang op de notariële archieven. Het repertorium of repertoire werd in tweevoud opgemaakt. Het eerste exemplaar bevindt zich in het archief van de notaris. Het dubbele exemplaar werd na afloop van ieder jaar ingeleverd bij de rechtbank. Deze kopieën zijn te vinden in de archieven van de Arrondissementsrechtbanken.

De nieuwe toegangen en inventarissen op deze notariële archieven uit de periode 1926-1935 zijn hier te vinden.

20210129 092906
Bron: RHCVV, 0880 Notarissen De Bilt, 1926-1935, inv. nr. 5.