© 2022 Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen | website: webjongens.nl
In memoriam Willem Mooij
Iedere donderdagochtend kwam Willem Mooij op onze studiezaal in Breukelen. Hij was er slechts heel zelden niet. Willem ging niet op vakantie, want hij moest zoals hij zei: ‘altijd de toren van Loenen zien staan’.
Willem Mooij was een groot kenner van de geschiedenis van Loenen. Die kennis deelde hij graag in en buiten het archief. Willem was een echte vraagbaak voor bezoekers, vrijwilligers en soms zelfs voor nieuwe medewerkers. Eén van onze vrijwilligers zei altijd: ‘Als Willem het niet weet, dan is het niet gebeurd.’
Al voordat ons huidige streekarchief in 2009 opende, stond Willem de toenmalige archivaris in Loenen terzijde met raad en daad. Begin jaren negentig werkte hij als vrijwilliger wekelijks, en soms zelfs meerdere dagen per week, mee aan allerlei projecten die de archieven en daarmee de geschiedenis van Loenen beter toegankelijk maakten.
De inwoners van Loenen die vandaag de dag een keer een oude bouwtekening nodig hebben - voor bijvoorbeeld een verbouwing – hebben zonder het te weten veel aan Willem te danken. Eén van de projecten die hij uitvoerde was namelijk het aanvullen van alle adressen van oude bouwvergunningen waarvan geen adressering bekend was. Dit vergt veel uitzoekwerk en kadastraal onderzoek, en als kenner van de Loenense straatjes en steegjes bij uitstek – was deze klus Willem wel toevertrouwt.
Maar dat niet alleen, hij redde ook archieven. Zo reed hij op een dag met zijn busje langs de gereformeerde kerk in Loenen en zag daar ineens allemaal papier aan de weg staan. ‘Wat doet dat hier?’, had Willem zich afgevraagd. Tussen de papieren vond hij notulenboeken, doop-, trouw- begraafboeken en ga zo maar door. Hij zag meteen dat dit niet weggegooid mocht worden. Hij laadde het in zijn busje en uiteindelijk kwam het in het archief terecht.
De laatste jaren was Willem geen vrijwilliger meer, maar een vaste bezoeker. Eén voor één werden door hem alle archiefstukken over Loenen opgevraagd en bestudeerd. Was het archiefstuk te dun, dan vroeg hij gelijk naar de eerstvolgende dikke map. Het was alsof hij vooral het speuren tussen de stapels papieren het leukst vond. Van de interessante vondsten vroeg Willem aan de balie om een kopietje, die hij vervolgens bewaarde in zijn eigen documentatie, maar ook verstrekte aan degene waarvan hij dacht dat die het interessant zou vinden.
Net als veel andere vaste bezoekers had Willem een vaste plek, zowel in de studiezaal als in de groep vrijwilligers: Willem observeerde. Hij kwam vaak gevat uit de hoek. Plagerig ook wel. De vrijwilligersgroep is een hechte groep. Ze houden contact ook als je even niet kan komen. Zomaar niet opdagen is echt niet mogelijk zonder dat iemand zich zorgen maakt, en als je een keer per ongeluk je lichten aan laat staan, zoals Willem dus een keer gebeurde … Dan zorgt iedere vrijwilliger en medewerker dat het probleem wordt opgelost. Maar, bij de koffiemomenten werd zoiets natuurlijk nog wel even aangehaald.
De laatste weken viel het ons op dat Willem vaak eerder wegging of zelfs een dagje oversloeg. We wisten dat we het ooit zonder Willem moesten doen, ook gezien zijn hoge leeftijd, maar toch voelde het heel onwerkelijk toen wij het nieuws ontvingen.
Wij, het streekarchief, de vrijwilligers en vaste bezoekers gaan hem enorm missen.