Logo

Een boekhandel

In de Tweede Wereldoorlog werd ook in Weesp door enkele mensen samengewerkt met de Duitse bezetter. Vaak wordt hierbij gedacht aan het actief meewerken aan het opsporen van Joodse mensen of het aangeven van Nederlanders die verzet pleegden. Onder collaboratie verstaan we bijvoorbeeld ook het verspreiden van de nazistische ideeën van het Derde Rijk. Het uitgeven van boeken waarin de nationaalsocialistische ideeën centraal stonden is hier een goed voorbeeld van. In Weesp gaf een boekhandel diverse boeken uit van de nationaalsocialistische uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer.

In 1932 begon de schrijver en dichter George Kettman samen met zijn vrouw De Amsterdamsche Keurkamer, de eerste uitgeverij in Nederland met een uitgesproken nationaalsocialistisch karakter. Binnen De Amsterdamsche Keurkamer was er veel ruimte voor het uitgeven van dichtbundels. Kettmann publiceerde bundels die hij zelf had geschreven, ook wist hij enkele gerenommeerde dichters aan zijn uitgeverij te binden.

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, GAW035 – Verzameling stukken betreffende de Tweede Wereldoorlog,
inventarisnummer 78, facturen.

 

Naast de vele dichtbundels richtte De Amsterdamsche Keurkamer zich voornamelijk op het uitgeven van politieke werken. Vooral het uitgeven van ‘Mein Kampf’ van Hitler leverde de uitgeverij veel geld op. Om de leden van NSB te bereiken, adverteerde de uitgeverij veel in het NSB-blad Volk en Vaderland.1 Daarnaast verkocht De Amsterdamsche Keurkamer natuurlijk ook werken aan boekenwinkels, zoals een boekhandel in Weesp.

In ons archief hebben we 14 facturen gevonden van De Amsterdamsche Keurkamer die op naam staan van een boekhandel uit Weesp. Vanaf september 1942 tot en met juni 1944 hebben zij boeken besteld bij deze uitgeverij. Het boek ‘Ras en Toekomst’ van de arts G.W. Hylkema, waarin de rassenleer centraal stond, is bijvoorbeeld meerdere keren besteld. Het boek ‘Mijn Kampf’ is totaal negen keer besteld. Het is opvallend dat op de factuur niet staat dat dit boek door Adolf Hitler is geschreven.2

Na de oorlog werd door ‘de vereeniging der bevordering van de belangen des boekhandels’ de erkenning van de boekenwinkel uit Weesp ‘als uitgever en boekhandelaar’ tijdelijk ingetrokken. Tijdens de oorlog had de boekhandel zich te veel gericht op het nationaalsocialistische gedachtegoed. Later is dit ingetrokken, de winkel heeft nog vele jaren bestaan.

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, GAW035 – Verzameling stukken betreffende
de Tweede Wereldoorlog, inventarisnummer 78, facturen.

 

Bronnen:
1. RHCVV, GAW035 – Verzameling stukken betreffende de Tweede Wereldoorlog, Weesp, 1940-2012, inventarisnummer 78, kopie van documentatie uit het boek ‘Zwaard van de geest, het bruine boek in Nederland 1921-1945, door Gerard Groeneveld’.
2. RHCVV, GAW035 – Verzameling stukken betreffende de Tweede Wereldoorlog, inventarisnummer 78, facturen.
 
« Terug naar het overzicht    « Koninklijk verzet    Dwangarbeid »

Dwangarbeid

Bij het woord ‘onderduikers’ denken wij vaak aan Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog uit handen van de Duitsers probeerden te blijven. Er waren meer redenen om onder te duiken. Jonge mannen doken bijvoorbeeld onder om aan de gedwongen tewerkstelling in Duitsland te ontsnappen. Nathan (projectmedewerker Erfgoed) vertelt je in deze video meer over dwangarbeid in de Tweede Wereldoorlog.

 
 
« Terug naar het overzicht    « Een boekhandel    Klokkenroof »

Klokkenroof

In het archief van de Rooms-Katholieke Parochie uit Mijdrecht-Wilnis kwamen we een bijzonder document tegen. In deze brief, van 13 maart 1943, gericht aan de pastoor staat: ‘heeft u zich tot ons gewend met het verzoek door ons op een lyst geplaatst te worden voor het leveren van nieuwe klokken na den oorlog’. Kort nadat de klokken uit de kerktoren waren gehaald, verzocht deze pastoor al om nieuwe klokken. Uit de brief wordt duidelijk dat uit veel kerken de klokken zijn weggehaald, want de klokkengieterij heeft al meer verzoeken gehad van andere kerken. ‘Mochten wy zeer vele opdrachten ontvangen en komen er nog dagelyks tientallen orders binnen’.

Uit de brief wordt ook duidelijk dat de klokkengieterij zelf aan alle kerken een brief heeft gestuurd met de vraag of zij wellicht op de lijst geplaatst wilden worden voor het leveren van nieuwe klokken na de oorlog.1

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, 1100 Rooms-Katholieke Parochie van de
H. Joannes de Dooper Mijdrecht-Wilnis, 1678-1968 (1985),
inventarisnummer 522.

 

Bronnen:
1. RHCVV, 1100 Rooms-Katholieke Parochie van de H. Joannes de Dooper Mijdrecht-Wilnis, 1678-1968 (1985), inventarisnummer 522.
 
« Terug naar het overzicht    « Dwangarbeid    Dolle dinsdag »

Dolle dinsdag

Met de landing van de geallieerden op de stranden van Normandië op 6 juni 1944, was de bevrijding van West-Europa in gang gezet. De soldaten hadden de kuststroken al snel bezet, maar het veroveren van het Franse binnenland ging een stuk lastiger. Toen Normandië eenmaal was bevrijd, ging de bevrijding redelijk snel. Op 25 augustus werd Parijs bevrijd en de geallieerden kwamen weinig tegenstand tegen, waardoor er snel richting Duitsland en Nederland werd getrokken.

Deze berichten bereikten ook Nederland, via de illegale kranten en de radio-uitzendingen van radio Oranje waar sommige Nederlanders stiekem naar luisterden. Op maandagavond 4 september hield minister-president Gerbrandy een toespraak. In de eerste versie van de toespraak stond dat de geallieerde troepen de Nederlandse grens naderden, maar Gerbrandy wijzigde dit en zei ‘de geallieerde troepen hebben de grens overschreden’. De illegale kranten schreven hier direct over, waardoor de berichten al snel de ronde deden. De geruchten bleven maar stromen en de mensen verkeerden dinsdag 5 september in uitgelaten stemming. Op sommige plekken werd de Nederlandse vlag uitgehangen en NSB’ers en Duitse soldaten sloegen op de vlucht. Deze dag staat bekend als ‘Dolle Dinsdag’.

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2
Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen,
(1905) 1939-1957 (1967), inventarisnummer 40,
brief over uitbetalen bezoldiging van
15 november 1945.


Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente
Maarssen, inventarisnummer 40, 
brief van de commissaris van
de provincie Utrecht van
14 september 1944.


 

Op 5 september 1944 werden de Nederlandse verzetsgroepen samengevoegd tot de Binnenlandse Strijdkrachten. De Binnenlandse Strijdkrachten wilden de geallieerden helpen om de bevrijding zo gemakkelijk mogelijk te maken. Dit wilden ze onder andere doen door waar het mogelijk was sabotage te plegen, zonder dat de geallieerden hier last van zouden ondervinden. Aan deze oproep werd ook in verschillende dorpen van de huidige gemeente Stichtse Vecht gehoor gegeven, maar de bezetter trad hier hard tegen op.

In Tienhoven deelde de waarnemend burgemeester namens de Duitse weermacht op 5 september mee dat ‘in geval in deze gemeente sabotage wordt gepleegd aan bruggen, wegen enz. de volgende maatregelen zullen worden genomen: [..] 10 inwoners dezer gemeente zullen worden doodgeschoten’. Daarnaast zouden de Duitsers ‘De huizen in de onmiddelijke nabijheid’ in de lucht blazen.1

 

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2

Afbeelding:RHCVV, 1043 Gerecht en gemeente
Tienhoven, (1623) 1650-1957 (1975),
inventarisnummer 1132,
bekendmaking 5 september 1944.

Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen,
inventarisnummer 40, brief van de commissaris
van de provincie Utrecht van
11 november 1944.


 

De burgemeester van de gemeenten Maarssen en Maarsseveen, J. van Haselen, had samen met onder meer gemeentesecretaris H.J. Stevenhagen op 5 of 6 september sabotage gepleegd. De Duitsers waren er al snel achter gekomen dat Van Haselen hier mee te maken had, want zij hadden een poging gedaan om hem te arresteren. Vandaar dat hij vanaf 6 september moest onderduiken, Stevenhagen dook een dag later onder.2

Het gemeentelijk archief van Maarssen bevat een brief van 14 september 1944, die gericht was aan ‘Heeren Burgemeesters der gemeenten in de provincie Utrecht’. In de brief werd de burgemeester verzocht om een lijst op te stellen van ambtenaren die van hun post zijn weggebleven.3 Op 11 november schreef de nieuwe burgemeester van Maarssen en Maarsseveen, de NSB’er Jacob, dat burgemeester Johannes van Haselen en secretaris Hendrik Jacob Stevenhagen respectievelijk sinds 6 en 7 september ‘abwesend sind’.4 Op 31 januari 1945 werd Van Haselen officieel ontslagen, na de bevrijding pakte hij vanaf 7 mei 1945 weer zijn taken als burgemeester van Maarssen en Maarsseveen op.5

 

Verbod tot vlaggen 3
Afbeelding: RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, inventarisnummer 40,
brief van de commissaris van de provincie Utrecht van 23 mei 1945

Bronnen:
1. RHCVV, 1043 Gerecht en gemeente Tienhoven, (1623) 1650-1957 (1975), inventarisnummer 1132, bekendmaking 5 september 1944.
2. RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, (1905) 1939-1957 (1967), inventarisnummer 40, brief over uitbetalen bezoldiging van 15 november 1945.
3. RHCVV, 1029 Gemeente Maarssen, inventarisnummer 40, brief van de commissaris van de provincie Utrecht van 14 september 1944.
4. Ibidem, brief van 11 november 1944.
5. Ibidem, brief van 23 mei 1945.
 
« Terug naar het overzicht    « Klokkenroof    Koude huizen »

 

Koude huizen

Tijdens de hongerwinter ’44-’45 had de Nederlandse bevolking niet alleen last van voedseltekort, ook van extreme kou. Er was namelijk een brandstoftekort. Welke invloed het brandstoftekort had en de ingenieuze oplossingen die hiervoor werden gevonden vertelt Marloes (medewerkster Dienstverlening) in deze video.

 

 
« Terug naar het overzicht    « Dolle dinsdag    Hongerwinter »